29 research outputs found

    Cognitive rehabilitation for memory deficits following stroke

    Get PDF
    Background: Memory problems are a common cognitive complaint following stroke. Memory rehabilitation programmes either attempt to retrain lost or poor memory functions, or teach patients strategies to cope with them. Objectives: To determine the effectiveness of cognitive rehabilitation for memory problems following stroke. Search methods: We searched the Cochrane Stroke Group Trials Register (last searched September 2006). In addition, we searched the following electronic databases; the Cochrane Central Register of Controlled Trials (CENTRAL) (The Cochrane Library Issue 2, 2005), MEDLINE (1966 to June 2005), EMBASE (1980 to June 2005), CINAHL (1982 to June 2005), PsycINFO (1980 to July 2006), AMED (1985 to June 2005), British Nursing Index (1985 to June 2005), CAB Abstracts (1973 to May 2005) and the National Research Register (June 2006). We handsearched relevant journals and searched reference lists. Selection criteria: We selected controlled trials of memory retraining in stroke. We excluded studies with mixed aetiology groups unless 75% or more of the participants had a stroke or separate data were available for the stroke patients. Data collection and analysis: Two review authors selected trials for inclusion, assessed quality, and extracted data. Main results: Two trials, involving 18 participants, were included. One study compared the effectiveness of a mnemonic strategy treatment group with a 'drill and practice' control, while the other compared the effectiveness of an imagery mnemonics programme with a 'pragmatic' memory rehabilitation control programme. Formal meta‐analyses could not be performed due to a paucity of studies and lack of commonly‐employed outcome measures. The results do not show any significant effect of memory rehabilitation on performance of objective memory tests, and no significant effects of treatment on subjective and observer‐rated measures of memory. Authors' conclusions: There was no evidence to support or refute the effectiveness of memory rehabilitation on functional outcomes, and objective, subjective, and observer‐rated memory measures. There is a need for more robust, well‐designed and better‐reported trials of memory rehabilitation using common standardised outcome measures

    Ervaringen met artikel 1:162a BW

    Get PDF
    In december 1990 is de nieuwe wet houdende een nadere regeling van de omgang in verband met scheiding in werking getreden. De Tweede Kamer is een evaluatie toegezegd van de ervaringen met het nieuwe artikel 1:162a BW, waarmee minderjarigen een (informele) eigen rechtsingang hebben gekregen. Jongeren vanaf twaalf jaar kunnen nu zelf een rechter benaderen met het verzoek om een omgangsregeling - met een van de ouders of een ander familielid - vast te stellen, te wijzigen of te beëindigen. Dit rapport is een evaluatie van de werking van dit nieuwe artikel. De nieuwe regeling lijkt vooralsnog niet tot een extra werkdruk voor de rechtbank te leiden. Het geringe gebruik is voor een groot deel te verklaren door de loyaliteitsproblemen die kinderen in deze situatie ten opzichte van hun ouders hebben. INHOUD: 1. Inleiding 2. Het gebruik van artikel 1:162a BW 3. Gevolgen voor de rechterlijke macht 4. Beperkt gebruik van artikel 1:162a BW 5. Slotwoord en aanbeveling

    Toevlucht zoeken in Nederland

    Get PDF
    Doel: In 'Recht in Beweging' wordt vastgesteld dat de omvang van migratie naar Nederland een preventief beleid noodzakelijk maakt. Zo wordt er onder meer naar gestreefd de migratiestroom te beperken door middel van gerichte besteding van ontwikkelingsgelden. Ook wordt getracht te voorkomen dat collectieve voorzieningen worden verstrekt aan illegale vreemdelingen. Deze maatregelen zijn gebaseerd op gedachten omtrent motieven van migranten om zich in Nederland te (willen) vestigen. Het is echter de vraag of deze gedachten overeenkomen met de werkelijke motieven. Indien deze vraag ontkennend moet worden beantwoord, is het mislukken van de preventieve maatregelen waarschijnlijk. Het WODC is daarom gevraagd een onderzoek op dit terrein te verrichten. Ten behoeve van de opzet van het onderzoek is het van belang een onderscheid te maken tussen de verschillende categorien van vreemdelingen: economische en sociale migranten enerzijds en politieke migranten anderzijds. Het onderzoek valt dan ook uiteen in twee delen. Het deel dat sociale en economische migranten omvat door het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) uitgevoerd. Het WODC verricht het deel dat asielzoekers betreft. Opzet: De basis van het onderzoek naar motieven van asielzoekers wordt gevormd door een dossieranalyse van zo'n 1200 dossiers van asielzoekers die in de periode 1982-1992 in Nederland asiel hebben gevraagd. Deze dossiers bevatten persoonsgegevens, de vluchtmotieven, het reisverhaal en de motieven om naar Nederland te reizen. Naast dossieranalyse worden gesprekken gevoerd met asielzoekers

    De effectmeting

    Get PDF
    Doel: Evaluatie van een aantal experimenten op het gebied van (justitiele) hulpverlening aan jongeren van 15 tot 18 jaar, die vanwege het plegen van delicten met justitie in aanraking zijn gekomen. Deze experimenten richten zich vooral op de groep van zogenaamde multi-problem jongeren, van wie het delinquente gedrag gezien kan worden als uiting van onderliggende problemen. Door concrete en directe hulp te bieden bij het oplossen van deze problemen, trachten de experimenten te voorkomen dat de jongeren doorgaan met hun delinquente gedrag. Kenmerk van de begeleiding is dat zij niet vrijblijvend is, maar bijvoorbeeld kan worden opgelegd als bijzondere voorwaarde bij een schorsing van de voorlopige hechtenis, een sepot en/of een voorwaardelijke (vrijheids)straf. Over het verloop van de begeleiding en de perspectieven voor de toekomst wordt aan de justitiele autoriteiten gerapporteerd. Op deze wijze wordt getracht de duur van de voorlopige hechtenis terug te dringen en zoveel mogelijk te voorkomen dat de jongeren een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf krijgen opgelegd. Probleemstelling: Hoe zien de opzet en de werkwijze van de jeugdreclasserings-experimenten er in de praktijk uit? Welke jongeren komen wel en niet bij de experimenten terecht? In hoeverre slagen de experimenten erin hun doelstelling(en) te realiseren en hun doelgroep te bereiken? Zijn eventuele verschillen in succes toe te schrijven aan verschillen in opzet, werkwijze en/of clientele van de experimenten

    Procesevaluatie

    Get PDF
    Het evaluatie-onderzoek richt zich op vijf jeugdreclasseringsprojecten, waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan de opzet, de organisatie, de (globale) werkwijze en de kenmerken van de clienten van elk project. INHOUD: 1. Verantwoording Opzet en methode van onderzoek 2. Beschrijving van de vijf projecten 3. Kenmerken van de jongeren 4. De geboden begeleiding 5. Ervaringen en meningen van betrokken instanties

    Doornhein, Kim

    No full text

    Doornhein, Kim

    No full text

    New Generation Of An IDVT Chip-set

    No full text
    corecore