40 research outputs found
Once the shovel hits the ground : Evaluating the management of complex implementation processes of public-private partnership infrastructure projects with qualitative comparative analysis
Much attention is being paid to the planning of public-private partnership (PPP) infrastructure projects. The subsequent implementation phase – when the contract has been signed and the project ‘starts rolling’ – has received less attention. However, sound agreements and good intentions in project planning can easily fail in project implementation. Implementing PPP infrastructure projects is complex, but what does this complexity entail? How are projects managed, and how do public and private partners cooperate in implementation? What are effective management strategies to achieve satisfactory outcomes? This is the fi rst set of questions addressed in this thesis. Importantly, the complexity of PPP infrastructure development imposes requirements on the evaluation methods that can be applied for studying these questions. Evaluation methods that ignore complexity do not create a realistic understanding of PPP implementation processes, with the consequence that evaluations tell us little about what works and what does not, in which contexts, and why. This hampers learning from evaluations. What are the requirements for a complexity-informed evaluation method? And how does qualitative comparative analysis (QCA) meet these requirements? This is the second set of questions addressed in this thesis
Thematische collectie: Archeologische rapporten Jacobs & Burnier
Overzicht archeologische rapporten Jacobs & Burnier, archeologisch projectburea
WATER MANAGEMENT AND MULTIPLE LAND USE: THE DUTCH APPROACH: COMPETING AND COMPLEMENTARY FUNCTIONS IN WATER MANAGEMENT
Gorgelstraat 3 Ex-Situ rapport 14, Archeologische Begeleiding (opgraving) Gogelstraat 3 te Vught, Gemeente Vught
In februari 2021 heeft Ex-Situ Archeologie een archeologische begeleiding uitgevoerd in de Gogelstaat 3 te Vught. De aanleiding voor het uitvoeren van de begeleiding volgens het protocol opgraven is de geplande sloop en nieuwbouw op het betreffende kavel. Deze ingrepen leiden tot verstoring van het bodemarchief, waarbij eventueel aanwezige archeologische resten verloren kunnen gaan. De gemeente Vught heeft daarom in het kader van de aanvraag voor een omgevingsvergunning en het uitgevoerde vooronderzoek een archeologisch onderzoek verplicht gesteld.
In 2020 is het vooronderzoek, een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, uitgevoerd1. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is vastgesteld dat het plangebied een lage verwachting heeft voor vuursteenvindplaatsen uit het Laat-Paleolithicum tot en met het Neolithicum, een hoge verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum tot en met de Volle Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw) en een lage verwachting voor vindplaatsen vanaf de Late Middeleeuwen tot Nieuwe tijd.
Om dit nader te onderzoeken diende een aanvullend onderzoek in de vorm van proefsleuven of een archeologische begeleiding plaats te vinden. Op grond van het selectiebesluit van de bevoegde overheid is vervolgens er voor gekozen om in het onderzoeksgebied een archeologische opgraving (variant archeologische begeleiding) uit te voeren. Voor deze onderzoeksmethoden is een Programma van Eisen (PvE) opgesteld.2 De archeologische begeleiding heeft niet geleid tot de vondst van een archeologische vindplaats.
Aangezien bij de ontwikkeling verder geen archeologische waarden (meer) in het geding zijn, heeft de adviseur van de gemeente Vught besloten om in te stemmen met het advies om niet het hele plangebied te ontgraven en het plangebied vrij te geven voor ontwikkeling.
Een verder selectiebesluit over het plangebied is niet meer nodig aangezien dit al direct na het veldwerk is besloten. Het selectieadvies is wel relevant voor eventuele besluitvorming bij ontwikkelingen in de toekomst in de buurt van het plangebied. In de onderstaande rapportage worden de resultaten van het uitgevoerde archeologische onderzoek beschreven
Burgemeester van Suchtelenstraat Ex-Situ Archeologierapport 5
Op 19 februari 2019 heeft Ex-Situ Archeologie een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op het perceel Burgermeester van Suchtelenstraat in de gemeente Beuningen. De aanleiding voor het uitvoeren van het inventariserende veldonderzoek middels proefsleuven is het voornemen om een nieuwe woning te realiseren. Bij deze bouwwerkzaamheden zou het bodemarchief ter plaatse grotendeels of geheel vernietigd worden. Gezien de dubbelbestemming van het perceel en de aard van de werkzaamheden, is archeologisch onderzoek verplicht gesteld.
In eerste instantie werd in 2018 een bureau- en booronderzoek uitgevoerd op het perceel.1 De aanleiding voor het onderzoek is de wijziging van het bestemmingsplan en de realisatie van een nieuwe woning. Het doel van het archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek is het specificeren van de archeologische verwachting en door middel van boringen deze verwachting te toetsen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek werd vastgesteld dat er binnen het plangebied mogelijk archeologische resten aanwezig zijn. Om dit nader te onderzoeken diende een aanvullend onderzoek in de vorm van proefsleuven plaats te vinden.
Bij het proefsleuvenonderzoek werd in de top van de oeverafzettingen een 30 cm dikke intacte cultuurlaag gevonden met veel gedraaid aardewerk en bouwmateriaal uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. De vondsten waren echter niet te koppelen aan archeologische sporen in het archeologische vlak. De cultuurlaag is verder goed bewaard gebleven omdat deze is afgedekt door een geroerde cultuurlaag uit de Nieuwe tijd en de moderne bouwvoor. Direct onder de geroerde laag en boven de vondstlaag is een verkavelingsgreppel en een sloot aangelegd, die staan afgebeeld op oude kaarten uit de negentiende en twintigste eeuw. De oude cultuurlaag kan in verband staan met de historische huisplaatsen in de directe omgeving die staan aangegeven op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Beuningen.
Het inventariserend onderzoek heeft niet geleid tot de vondst van een behoudenswaardige archeologische vindplaats. Op basis van het huidige proefonderzoek (IVO-P) adviseert Ex-Situ Archeologie om verder geen vervolgonderzoek uit te voeren in het plangebied. Wij zien dan ook vanuit archeologisch oogpunt verder geen belemmeringen voor de bouw van een woning op het betreffende kavel
Dorpstraat 34-34a Archeologische Begeleiding (DO) Dorpstraat 34-34A te Dreumel, Gemeente West Maas en Waal Dorpstraat 34 - 34a te Dreumel, Gemeente West Maas en Waal
In november 2019 heeft Ex-Situ Archeologie een archeologische begeleiding uitgevoerd in de Dorpstraat 34 van Dreumel in de gemeente West Maas en Waal. De aanleiding voor het uitvoeren van het begeleiding protocol opgraven is de geplande sloop en nieuwbouw op het betreffende kavel. Deze ingrepen leiden tot verstoring van het bodemarchief, waarbij eventueel aanwezige archeologische resten verloren kunnen raken. De gemeente West Maas en Waal heeft daarom in het kader van de aanvraag voor een omgevingsvergunning en het uitgevoerde vooronderzoek een archeologisch onderzoek verplicht gesteld.
Bij het vooronderzoek in 2017 is een Archeologisch Bureauonderzoek (BO) en Inventariserend Veldonderzoek (booronderzoek, IVO), verkennende fase uitgevoerd.1 Op basis van de resultaten van dit onderzoek is vastgesteld dat het plangebied een hoge tot zeer hoge verwachting heeft op archeologische resten uit de periode van de IJzertijd-Romeinse tijd t/m de Nieuwe tijd. Om dit nader te onderzoeken diende een aanvullend onderzoek in de vorm van proefsleuven of een archeologische begeleiding plaats te vinden. Op grond van het selectiebesluit van de bevoegde overheid er vervolgens voor gekozen om in het onderzoeksgebied een archeologische opgraving variant archeologische begeleiding uit te voeren. Voor deze onderzoeksmethoden is een Programma van Eisen (PvE) opgesteld.2 Bij de archeologische opgraving zijn ophogingslagen en cultuurlagen gevonden, en een vindplaats uit de Nieuwe tijd. Het plangebied is zoals ook bij het vooronderzoek al is vastgesteld kunstmatig opgehoogd. Het betreft een oude woongrond, die in het rivierengebied veelvuldig op stroomruggen voorkomt en in de tweede helft 17de 18de en 19de eeuw is opgehoogd in verband met de vele overstromingen die plaatsvonden in de regio. Daarnaast zijn in het plangebied sporen gevonden uit de Nieuwe tijd.
Een verder selectiebesluit over het plangebied is niet meer nodig aangezien dit is opgraven. Het selectieadvies is wel relevant voor eventuele besluitvorming bij ontwikkelingen in de toekomst in de buurt van het plangebied. In de onderstaande rapportage worden de resultaten van het uitgevoerde archeologische onderzoek beschreven
Ekkersrijt 1003-1005 Archeologisch Inventariserend Proefsleuvenonderzoek Ekkersrijt 1003-1005, Gemeente Son en Breugel
In september 2021 heeft Ex-Situ Archeologie in opdracht van PROFILUX een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in Ekkersrijt in de gemeente Son en Breugel. Het plangebied is ca. 6215 m² groot en ligt op het bedrijventerrein Ekkersrijt ten westen van de Eindhovenseweg. De aanleiding voor het uitvoeren van het inventariserende veldonderzoek middels proefsleuven, is de geplande nieuwbouw van een bedrijfspand aan de Ekkersrijt nr. 1003-1005. Op het terrein lag een bedrijfspand met een oppervlak van 2817 m² dat al in 2015 is gesloopt. Het geplande nieuwe bedrijfspand heeft een oppervlak van 3526 m² en heeft een diepte die naar verwachting tot 1 meter beneden maaiveld zal reiken. Deze ingreep zal leiden tot verstoring van het bodemarchief, waarbij eventueel aanwezige archeologische resten verloren kunnen raken. De gemeente Son en Breugel heeft daarom in het kader van de aanvraag voor een nieuwe omgevingsvergunning bouwen een waardestellend archeologisch onderzoek verplicht gesteld.
In eerste instantie is in 2015 een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek, (=IVO-(O) booronderzoek) uitgevoerd op het perceel.1 Op basis van het vooronderzoek kon worden gesteld dat in het plangebied een verstoorde laag aanwezig is en er vermoedelijk geen esdek meer aanwezig is. Toch kon op basis van het vooronderzoek niet worden vastgesteld of de top van het dekzandpakket (natuurlijke ondergrond) met eventuele archeologische sporen (geheel) verstoord is. Om dit nader te onderzoeken diende een aanvullend onderzoek in de vorm van proefsleuven plaats te vinden. Voor deze onderzoeksmethoden is een Programma van Eisen (PvE) opgesteld.2 Bij het inventariserend proefonderzoek (IVO-P) zijn in totaal 7 proefsleuven aangelegd met een totaal oppervlak van met een totaaloppervlak van 588,5 m². Bij dit archeologische onderzoek is één archeologische vindplaats gevonden; deze bleek echter niet-behoudenswaardig te zijn. Op basis van het huidige proefsleuvenonderzoek (IVO-P) adviseert Ex-Situ Archeologie om verder geen vervolgonderzoek uit te voeren in het plangebied. Wij zien dan ook vanuit archeologisch oogpunt verder geen belemmeringen voor de bouw van een bedrijfspand op de betreffende kavels
Plangebied Poeldonk te Berlicum Archeologische begeleiding Plangebied Poeldonk te Den Dungen, Gemeente Sint-Michielsgestel
Begeleiding protocol IVP en AO
Zegveld Archeologisch Inventariserend Proefsleuvenonderzoek Nederlands Hervormde kerk Zegveld
(geen omschrijving beschikbaar
