128 research outputs found
Van weten naar verwezenlijken:slim organiseren in het mkb
Boekje met samenvatting van de afgeronde projecten in het kader van het project Van Weten naar Verwezenlijken 2012-2014
Op ongebaande wegen : de Afscheiding in Amsterdam (1835) als landelijke proeftuin voor vrije kerken
Deze studie beschrijft hoe de Afscheiding in Amsterdam tot stand kwam tegen de achtergrond van het theologisch klimaat in de Hervormde Gemeente. Ook wordt nagegaan in hoeverre de doorwerking van de Nadere Reformatie bij de Amsterdamse afgescheidenen een rol speelde.
De Afgescheiden Gemeente van Amsterdam groeide in de 19e eeuw uit tot de grootste van het land. Hier kwamen de afgescheiden predikanten Scholte en Van Velzen tot een clash in de zogeheten Amsterdamse twisten, met grote impact op de prille kerkgemeenschap.
In overheidskringen was opmerkelijk veel belangstelling voor de Amsterdamse gemeente te vinden, waarbij spanningen optraden tussen landelijk en lokaal niveau: in het vanouds tolerante Amsterdam was men niet gediend van het stringente vervolgingsbeleid zoals Den Haag dat dicteerde. Tegelijk leek een erkenning van de Afgescheiden Gemeente in Amsterdam bij uitstek geschikt om de toenemende kritiek op het vervolgingsbeleid te pareren.
Wellicht trad nergens anders zo duidelijk aan het licht dat de Afscheiding tot een interne breuk onder gereformeerden leidde. De hoop dat vele orthodoxe geestverwanten zouden toetreden, ging in rook op. Ook de Amsterdamse Réveilkring wees de weg van Afscheiding af. Alleen advocaat Maurits van Hall sloot zich bij de gemeente aan. Onderzocht wordt welke factoren hierbij van invloed waren. Van Halls goede vrienden Isaäc da Costa, Willem de Clercq en Hendrik Jakob Koenen moesten nu kleur bekennen.
Tenslotte geeft deze studie ruime aandacht aan het ‘geleefde geloof’: het optreden van lekenpredikers, de diaconie, een eigen school, de liedcultuur en de omgang met ziekte en dood
Phase I and pharmacokinetic study of DE-310 in patients with advanced solid tumors
PURPOSE: To assess the maximum-tolerated dose, toxicity, and
pharmacokinetics of DE-310, a macromolecular prodrug of the topoisomerase
I inhibitor exatecan (DX-8951f). in patients with advanced solid tumors.
EXPERIMENTAL DESIGN: Patients received DE-310 as a 3-hour infusion once
every 2 weeks (dose, 1.0-2.0 mg/m(2)) or once every 6 weeks (dose, 6.0-9.0
mg/m(2)). Because pharmacokinetics revealed a drug terminal half-life
exceeding the 2 weeks administration interval, the protocol was amended to
a 6-week interval between administrations also based on available
information from a parallel trial using an every 4 weeks schedule.
Conjugated DX-8951 (the carrier-linked molecule), and the metabolites
DX-8951 and glycyl-DX-8951 were assayed in various matrices up to 35 days
post first and second dose. RESULTS: Twenty-seven patients were enrolled
into the study and received a total of 86 administrations. Neutropenia and
grade 3 thrombocytopenia, and grade 3 hepatotoxicity with veno-occlusive
disease, were dose-limiting toxicities. Other hematologic and
nonhematologic toxicities were mild to moderate and reversible. The
apparent half-life of conjugated DX-8951, glycyl-DX-8951, and DX-8951 was
13 days. The area under the curve ratio for conjugated DX-8951 to DX-8951
was 600. No drug concentration was detectable in erythrocytes, skin, and
saliva, although low levels of glycyl-DX-8951 and DX-8951 were detectable
in tumor biopsies. One patient with metastatic adenocarcinoma of unknown
primary achieved a histologically proven complete remission. One confirmed
partial remission was observed in a patient with metastatic pancreatic
cancer and disease stabilization was noted in 14 additional patients.
CONCLUSIONS: The recommended phase II dose of DE-310 is 7.5 mg/m(2) given
once every 6 weeks. The active moiety DX-8951 is released slowly from
DE-310 and over an extended period, achieving the desired prolonged
exposure to this topoisomerase I inhibitor
Prolonging the exposure to anti-cancer agents
This thesis includes phase I clinical and pharmacological studies on second
and third generation topoisomerase I inhibitors, either administered orally,
or intravenously as a macromolecular drug-delivery system, and on the antimicrotubulin
agent, paclitaxel encapsulated in liposomes, to investigate the
suitability of prolonged exposure of these anti-cancer agents and formulations.
These studies were performed since in preclinical models, the cytotoxicity
of both topoisomerase I inhibitors and paclitaxel increases with duration of
exposur
- …
