398 research outputs found

    Hamm q.q./ABN AMRO: inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement

    Get PDF
    In deze bijdrage wordt het arrest HR 30 oktober 2009, LJN BJ0861, RvdW 2009, 1271 (Hamm q.q./ABN AMRO) besproken. Aan de orde komen de wachtperiode die voor de curator geldt op grond van het arrest ING/Verdonk, de informatieverschaffing door de curator aan de pandhouder en de kosten daarvan en (de gevolgen van) het rechtmatig en onrechtmatig innen van de verpande vorderingen door de curator

    De beslagrechtelijke uitwerking van het verhaal op de huwelijksgemeenschap

    Get PDF
    Als een in een gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoot schulden maakt, dan kunnen deze schulden op de huwelijksgemeenschap worden verhaald. Dit gegeven blijkt duidelijk uit art. 1:95 en 96 BW. De wet en de handboeken zwijgen echter over de vraag hoe dit verhaal beslagrechtelijk moet worden vormgegeven. In deze bijdrage zal blijken dat – nu de beide echtgenoten bij het beslage een eigen positie hebben – het beslag op de huwelijksgemeenschap op enkele belangrijke punten afwijkt van een gewoon beslag. Het beslag wordt evenals een gewoon beslag gelegd op basis van de veroordeling van de schuldenaar tot betaling. Eveneens behoort deze schuldenaar – anders dan de Hoge Raad leert – als geëxecuteerde te worden aangemerkt. Het beslag moet echter – anders dan in de beslagpraktijk wel gebruikelijk is – aan de echtgenoot-niet-schuldenaar worden betekend. Deze echtgenoot heeft vervolgens de bevoegdheid om zich door een schriftelijke mededeling aan de deurwaarder tegen het beslag te verzetten. Als de echtgenootniet-schuldenaar met het bestuur van het te executeren goed belast is of zou kunnen zijn, dan verdient het aanbeveling om hem als derde-beslagene aan te merken, al wordt, als dit achterwege blijft, de geldigheid van een beslag jegens de echtgenootschuldenaar niet aangetast

    Verdelingsbeslagen

    Get PDF
    In deze bijdrage staan de zogenaamde verdelingsbeslagen centraal. Dit zijn het in art. 733 Rv geregelde deelgenotenbeslag en het in art. 768 e.v. Rv geregelde maritale be-slag. Beide beslagen worden gelegd in het kader van een op handen zijnde verdeling van een gemeenschap. In deze bijdrage worden de beide verdelingsbeslagen in het stelsel van bewarende maatregelen dat bestaat in het kader van de verdeling geplaatst en wordt beoordeeld of dit stelsel in het algemeen en beide verdelingsbeslagen in het bijzonder voldoen in het licht van de belangen van de bij verdeling betrokken partijen. Vervolgens worden beide beslagen op twee punten vergeleken, te weten ten aanzien van de mogelijkheid om het beslag bij wege van anticipatie te leggen vóórdat de ge-meenschap voor verdeling vatbaar is en ten aanzien van het vereiste dat in het beslag-rekest vrees voor verduistering wordt gesteld. Uit deze vergelijking volgt dat het stelsel van bewarende maatregelen dat in het kader van de verdeling van een gemeenschap bestaat op één punt incompleet is. Behoudens voor (gewezen) echtgenoten ontbreekt de mogelijkheid voor de deelgenoten en hun schuldeisers om beslag te leggen op de goederen van de gemeenschap in verband met de waarde die deze goederen vertegenwoordigen. Verder blijkt dat zowel maritaal be-slag als deelgenotenbeslag kan worden gelegd voordat de gemeenschap vatbaar is voor verdeling, al lijkt voor het deelgenotenbeslag de tekst van art. 733 Rv in een andere rich-ting te wijzen. Tevens blijkt dat het stelsel waarin voor ter verkrijging van een beslagver-lof niet de eis van vrees voor verduistering geldt voor het deelgenotenbeslag, maar wel voor het maritale beslag op hoofdlijnen juist is. De eis van vrees voor verduistering is echter niet op zijn plaats nadat de huwelijksgemeenschap is ontbonden, terwijl deze eis juist wel op zijn plaats is indien deelgenotenbeslag wordt gelegd door een privéschuldei-ser van een deelgenoot

    Annotatie onder HR 19 december 2008, LJN BG1816

    Get PDF
    Noot onder HR 19 december 2008. In het arrest komt het beslag op een aandeel in een goed aan de orde. In de noot wordt ingegaan op de wijze van verhaal op een aandeel in de gemeenschap, de ‘eigen aard’-leer en de rechtsgevolgen van een beslag op een aandeel in een goed

    Stuiting van de verjaring in en buiten rechte

    Get PDF
    Verjaring blijft een leerstuk met voor de praktijk grote betekenis. Na verloop van de verjaringstermijn kan de gerechtigde zijn recht niet langer tegen de wil van zijn wederpartij te gelde maken. Een zaak kan niet langer worden gerevindiceerd, de koopprijs of een vordering tot schadevergoeding kan niet langer worden geïnd en een overeenkomst kan niet langer worden vernietigd. Voor de gerechtigde is het dus van belang om de verjaring tijdig te stuiten. De stuiting door de gerechtigde blijkt in de praktijk lang niet altijd eenvoudig. Deze vorm van stuiting vormt het onderwerp van deze bijdrage. In dit artikel wordt onderscheid gemaakt tussen de stuiting in (2) en stuiting buiten rechte (3), beide stuitingsvormen worden besproken. Zoals zal blijken blijft voor de stuiting in rechte het leerstuk van de stuiting van de verjaring in het kader van onderhandelingen een problematisch leerstuk. Hopelijk grijpt de wetgever de Mediationrichtlijn aan om het recht op dit punt aan te passen. Aan een stuitingshandeling in rechte blijkt de Hoge Raad de eis te stellen dat de stuitingshandeling is gericht op het geldend maken van het vorderingsrecht. Met deze eisen heeft de Hoge Raad stuiting in rechte moeilijker gemaakt dan in de ons omringende landen

    Syndicaatsleningen: veel eenvoudiger als vennootschap

    Get PDF
    In dit artikel wordt de stelling uitgewerkt dat – in elk geval onder het komende personen-vennootschapsrecht – de syndicaatslening aanleiding geeft tot het ontstaan van een personenvennootschap en niet – zoals thans wordt aangenomen – tot een eenvoudige gemeenschap. Vervolgens wordt onderzocht welke gevolgen die deze opvatting heeft. De conclusie is dat als de stelling wordt gevolgd dat een syndicaatslening aanleiding geeft tot het ontstaan van een personenvennootschap, de nadelen die aan de huidige benadering van de syndicaatslening zijn verbonden verdwijnen

    Herbezinnen op het beslagrecht

    Get PDF
    Een opvallend verschil tussen een civiele procedure in Nederland en in het buitenland wordt gevormd door de ruime mogelijkheid om in een Nederlandse procedure conservatoir beslag te leggen. Deze ruime mogelijkheid van beslaglegging vormt al jaren een onderwerp van academisch debat. In een recent verschenen rapport dat is gemaakt in opdracht van de Raad voor de Rechtspraak, onderzoeken mevrouw mr. M. Meijsen en professor mr. A.W. Jongbloed de gang van zaken bij het de verlening van het verlof tot het leggen van conservatoir beslag, de beslaglegging en de eventuele opheffing daarvan. In deze bijdrage wordt dit rapport besproken en wordt op dit rapport gereageerd. Besproken wordt hoe na dit rapport kan worden gekomen tot een fundamentele herbezinning van het conservatoire beslagrecht

    New trends in financing civil litigation in Europe: lessons to be learned

    Get PDF
    Introduction. Civil litigation serves a multitude of goals, many of which were explicitly touched upon in the previous chapters. Civil litigation in the fi rst instance is a way of resolving confl icts. Depending on the type of confl ict at hand, the plaintiff for example may want the court to issue a declaration regarding the unlawfulness of the defendant’s behaviour, or he may want the defendant to restore the status quo ante, to refrain from further infringements, to perform his contractual duties, to compensate his losses, or to restitute illegitimate benefi ts. In essence, civil litigation is a way to realise rights and entitlements, without having to resort to vigilantism. In addition, civil litigation is a driving force behind legal development. The continuous fl ow of cases forces (or maybe better: enables) courts to fi nd new solutions for existing problems. An ever- changing society is confronted with confl icts which legislators cannot all foresee ex ante. However, the ex post character of civil litigation enables courts to seek solutions to the arisen issues

    De reikwijdte van het beslag

    Get PDF
    Mr. J.H. van Dam-Lely en mr. M.L. Tuil doen verslag van de voorjaarsvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht op 6 juni 2008 over de ‘reikwijdte van het beslag’. De inleidingen van mr. A.J. van der Meer (beslagverlof en opheffingskortgeding), mr. J.G.A. Linssen (bewijsbeslag) en mr. J.C. van Oven (beslag op verhulde beslagobjecten) worden in het verslag beknopt samengevat; van de discussie wordt uitgebreid verslag gedaan
    corecore