123 research outputs found

    Voorstel normen bronnen drinkwater

    Get PDF
    Voor de invoering van de Europese Kaderrichtlijn Water werkt het ministerie VROM aan een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Doelstellingen. In deze AMvB worden de kwaliteitsdoelstellingen voor grond- en oppervlaktewater vastgelegd. VROM heeft RIVM gevraagd een voorstel te maken voor de normen voor water dat bestemd is voor de productie van drinkwater. In het voorstel worden geen nieuwe stoffen voorgesteld en ook geen nieuwe, lagere of hogere, grenswaarden. Belangrijke verschillen ten opzichte van de bestaande relevante normensets zijn: - De normen in het Waterleidingbesluit en de AMvB zijn op elkaar afgestemd; - Voor grondwater dat voor drinkwaterbereiding wordt gebruikt zijn normen afgeleid; deze zijn er nu nog niet; - De beoordeling van de waterkwaliteit voor drinkwaterbereiding vindt plaats op het onttrekkingspunt. Dit is een belangrijke versoepeling ten opzichte van de huidige normtoetsing voor oppervlaktewater, waarbij een heel gebied wordt meegewogen.VROM K&

    The quality of drinking water in the Netherlands in 2011

    Get PDF
    Het drinkwater in Nederland was in 2011 van goede kwaliteit. Bij 19 procent van de productielocaties is een norm overschreden. In geen geval vormde dat een bedreiging voor de volksgezondheid. Dit blijkt uit het jaarrapport 'De drinkwaterkwaliteit in Nederland in 2011' dat RIVM in opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport heeft opgesteld. In dit rapport worden de resultaten van de meetprogramma's van de drinkwaterbedrijven op hoofdlijnen weergegeven. Zij leefden de wettelijke voorschriften voor de controle op de drinkwaterkwaliteit goed na. De Inspectie Leefomgeving en Transport is verantwoordelijk voor de handhaving van de Drinkwaterwet, waarin normen zijn opgesteld voor de aanwezigheid van micro-organismen en chemische stoffen in het drinkwater. De Inspectie is verplicht de resultaten te rapporteren aan de Minister en het parlement. Het RIVM beheert de gegevens en stelt het rapport op. Het aantal drinkwaterpompstations (39 = 19 procent) waar in 2011 een norm is overschreden, is drie procentpunt hoger ten opzichte van 2010. Een groot deel van de normoverschrijdingen was eenmalig en betrof stoffen, gerelateerd aan de bedrijfsvoering, die geen betekenis hebben voor de volksgezondheid. Het gaat dan om overschrijdingen van bijvoorbeeld troebeling, ijzer en mangaan. De norm voor bestrijdingsmiddelen is in het drinkwater 'af pompstation' voor twee stoffen elk op één pompstation overschreden. Bij twee drinkwaterpompstations zijn indicatoren voor besmetting met pathogene micro-organismen aangetoond. In het distributienet zijn deze indicatoren in veertien aangetoond. In alle gevallen was de aanwezigheid van deze bacteriën van korte duur en gaf geen aanleiding tot gezondheidsproblemen. De aanwezigheid van legionellabacteriën wordt getoetst als het drinkwater het pompstation verlaat en in de distributiegebieden. In monsters drinkwater dat het pompstation verlaat zijn de legionellabacteriën niet aangetoond maar wel op 24 locaties in het distributienet. Het is mogelijk dat tijdens werkzaamheden aan het distributienet het drinkwater met bacteriën besmet kan raken. In 90 gevallen is de bewoners van de nabijgelegen woningen geadviseerd het drinkwater voor gebruik te koken.Drinking water in the Netherlands in 2011 was of a good quality. Non-compliance to the standard for good quality drinking water occurred at 19 percent of the treatment plants, none of which represented a threat to public health. These are the main conclusions of the annual report 'The quality of drinking water in the Netherlands in 2011' compiled by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) by order of the Inspectorate of the Ministry for Infrastructure and Environment of the Netherlands (IenM). The most important results of the measurement programmes carried out by water supply companies are reproduced in this report. The report concludes that regulations governing the quality of the drinking water were well-observed. The Inspectorate is responsible for enforcing the Drinking Water Act, which includes ensuring that the standards set by this Act for the presence of micro-organisms and chemicals are maintained. The Inspectorate is required to report the results of its control activities to both the responsible Minister and the Dutch Parliament. RIVM manages the data and produces the annual report. The number of drinking water treatment plants with one or more non-compliances (39 = 19%), which fluctuates from year to year, was in 2011 slightly higher compared with 2009. A large number of the non-compliances were incidental, involving substances/parameters related to production processes, such as turbidity, iron and manganese. There were no serious implications for public health. There was an incidental non-compliance for only two pesticides each at one treatment plant. Indicators for pathogens were two times found at drinking water treatment plants. In the networks the indicators were found more frequently. Always the indicators were absent after resampling. The presence of Legionella bacteria in drinking water is tested when the water leaves the treatment plant and in the distribution network. No non-compliance at the treatment plant were found, while in samples taken randomly throughout distribution Legionella bacteria was detected at 24 sites. Contamination can result from standard maintenance/construction activities on the distribution network. In 90 of such cases the inhabitants of nearby houses were advised to boil their drinking water before using it.VROM-Inspecti

    Pharmaceuticals in drinking water and resources for drinking water

    Get PDF
    Geneesmiddelen komen in zeer lage concentraties voor in drinkwater en drinkwaterbronnen. De hoeveelheden zijn echter zo laag dat effecten op de volksgezondheid zijn te verwaarlozen. Dit blijkt uit een inventarisatie van RIVM in opdracht van het ministerie van VROM. De meest voorkomende medicijnen in drinkwater en drinkwaterbronnen zijn slecht afbreekbaar in het milieu en/of worden veel gebruikt. De inventarisatie is een vervolg op onderzoek van vier waterinstituten in 2003 (RIVM rapport 703719004). Het RIVM heeft destijds vier geneesmiddelen in drinkwater aangetoond. Nu heeft het RIVM van 22 geneesmiddelen onderzocht in welke hoeveelheden ze voorkomen in drinkwater en drinkwaterbronnen. Hiervoor is een meetprogramma tweemaal uitgevoerd bij 22 drinkwaterproductielocaties. Ondanks de lage concentraties blijkt dat geneesmiddelen waarschijnlijk vaker voorkomen in drinkwater dan enkele jaren geleden. De medicijnen die in 2003 zijn aangetroffen zijn ook in het huidige onderzoek aangetoond. De pijnstillers acetylsalicylzuur (overwegend afkomstig van aspirine) en fenazon en het epilepsiemiddel carbamazepine werden het vaakst aangetroffen. Het synthetisch hormoon van de anticonceptiepil is niet aangetoond. Van het antidepressivum prozac is in enkele gevallen een spoortje aangetroffen. Om de verspreiding van humane en diergeneesmiddelen naar water te verminderen heeft het kabinet begin 2007 een pakket aan beleidsmaatregelen voorgesteld. Voorbeelden van deze maatregelen zijn het beperken van geneesmiddelgebruik, het inzamelen en vernietigen van ongebruikte medicijnen, en het ontwikkelen van geneesmiddelen die beter worden opgenomen in het lichaam en makkelijker worden afgebroken in milieu. Volgens dit onderzoek zijn de aangekondigde beleidsmaatregelen nuttig en nodig om het watermilieu en het drinkwater nu en in de toekomst te beschermen tegen verontreiniging met medicijnen.Pharmaceuticals are present in drinking water and drinking water resources in very low concentrations. However, the amounts are so low that effects on public health are negligible. This was shown in an RIVM investigation performed under the authority of the Dutch Ministry for Housing, Spatial Planning and the Environment (VROM). The most frequently detected medicines in drinking water are almost non-degradable in the environment and/or are frequently used. This investigation represents a follow-up to the research done by four water research institutes in 2003(Report 703719004); at that time RIVM detected four pharmaceuticals in drinking water. Recently, RIVM has investigated 22 pharmaceuticals for amounts present in drinking water and drinking-water resources. For this, a monitoring programme was conducted at 22 drinking-water production sites. In spite of low concentrations, detected pharmaceuticals are probably more frequently found in drinking water compared with several years ago. Medicines detected in 2003 were also found in this current investigation. The analgesics, salicylic acid (mainly from aspirin), phenazon and the anti-epileptic carbamazepin were detected most frequently. The synthetic hormone from the contraceptive pill was not found, while traces of the tranquilizer, prozac, were found in a few samples. At the beginning of 2007 the Dutch government proposed a package of policy measures to decrease the discharge of human and veterinary pharmaceuticals to water. Examples of these measures are reducing the use of pharmaceuticals, collecting and destroying unused pharmaceuticals, and developing pharmaceuticals which are better absorbed in the body and better degradable in the environment. This investigation supports the announced policy measures as being useful and necessary to protect the aquatic environment and drinking water against pollution by pharmaceuticals now and in the future.VROM-Inspecti

    Bescherming bronnen voor drinkwater : De rol van drinkwaterbedrijven

    Get PDF
    VROM-Inspecti

    Estimation of incidence and social cost of colon cancer due to nitrate in drinking water in the EU: a tentative cost-benefit assessment

    Get PDF
    <p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>Presently, health costs associated with nitrate in drinking water are uncertain and not quantified. This limits proper evaluation of current policies and measures for solving or preventing nitrate pollution of drinking water resources. The cost for society associated with nitrate is also relevant for integrated assessment of EU nitrogen policies taking a perspective of welfare optimization. The overarching question is at which nitrogen mitigation level the social cost of measures, including their consequence for availability of food and energy, matches the social benefit of these measures for human health and biodiversity.</p> <p>Methods</p> <p>Epidemiological studies suggest colon cancer to be possibly associated with nitrate in drinking water. In this study risk increase for colon cancer is based on a case-control study for Iowa, which is extrapolated to assess the social cost for 11 EU member states by using data on cancer incidence, nitrogen leaching and drinking water supply in the EU. Health costs are provisionally compared with nitrate mitigation costs and social benefits of fertilizer use.</p> <p>Results</p> <p>For above median meat consumption the risk of colon cancer doubles when exposed to drinking water exceeding 25 mg/L of nitrate (NO<sub>3</sub>) for more than ten years. We estimate the associated increase of incidence of colon cancer from nitrate contamination of groundwater based drinking water in EU11 at 3%. This corresponds to a population-averaged health loss of 2.9 euro per capita or 0.7 euro per kg of nitrate-N leaching from fertilizer.</p> <p>Conclusions</p> <p>Our cost estimates indicate that current measures to prevent exceedance of 50 mg/L NO<sub>3 </sub>are probably beneficial for society and that a stricter nitrate limit and additional measures may be justified. The present assessment of social cost is uncertain because it considers only one type of cancer, it is based on one epidemiological study in Iowa, and involves various assumptions regarding exposure. Our results highlight the need for improved epidemiological studies.</p

    Complexing copper-ions with EDTA in samples of drinking water for bacteriological examination

    No full text
    Zowel uit de praktijkervaringen als uit de literatuur is gebleken dat koper-ionen in drinkwatermonsters, genomen uit leidingsystemen, reeds in lage concentraties (> 10 mu/l) bijzonder toxisch zijn voor Aeromonas-bacterien. Andere voor drinkwateronderzoek belangrijke kiemen als bacterien van de coligroep (totaal en thermoloterant), maar vooral de gram - positieve faecale streptococcen, zijn minder gevoelig voor koper-ionen. Door middel van laboratoriumproeven is een methode uitgewerkt om drinkwatermonsters, welke koper-ionen bevatten, te conserveren. Deze methode is vervolgens getoetst met een twintigtal verschillende soorten drinkwater, waaraan een bacterienpopulatie, afkomstig uit effluent van een rioolwaterzuivering, werd toegevoegd. De methode bestaat uit het vooraf toevoegen van een oplossing Na2-EDTA of Mg-EDTA, waarvan de eindconcentratie in de fles 50 mg/l water is. Na monstername dient het monster gekoeld bewaard te worden. Vanuit dit geconserveerde monster kunnen eveneens de routine drinkwater parameters worden geanalyseerd.DGMH/DDGMH/BWS-WGHIHIM

    Bankfiltrate and organic micropollutants

    No full text
    Voor het conventionele zuiveringsproces geldt in het algemeen dat stoffen die tijdens infiltratie niet worden verwijderd ook tijdens het zuiveringsproces niet worden verwijderd. Een uitbreiding met ozon en actief kool zorgt voor een betere verwijdering van microverontreinigingen en voor een langere filterlooptijd. Hoog-polaire stoffen zullen ook met actief koolfiltratie niet worden verwijderd. Met de huidige isolatie- en analysetechnieken is het niet eenvoudig dit type verbindingen te detecteren. Een gezondheidskundige evaluatie van dit type stoffen is dan ook vrijwel onmogelijk. Er zal verder onderzoek moeten worden gedaan naar analysemethoden voor hoog-polaire stoffen ; bij voorkeur het ontwerpen van een somparameter voor deze klasse van verbindingen. Gezien de verschillende aspecten die aan oevergrondwater kleven is het wenselijk dat het oevergrondwater in de eerste plaats wordt gezien als onbeheersbaar, niet voorgezuiverd, geinfiltreerd oppervlaktewater en niet als grondwater. Hierbij past een zuivering welke de kwaliteit van het geproduceerde drinkwater waarborgt ; een actief koolfiltratie en eventueel een ozonisatie kunnen in een dergelijke zuivering belangrijke stappen zijn.DGM/DWB-D /Trouwborst

    The quality of drinking water in the Netherlands in 2004

    No full text
    This annual report, 'The quality of drinking water in the Netherlands in 2004', highlights the results of the monitoring programmes of the Water Supply companies over the year 2004. The Inspectorate for VROM (Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment) is responsible for upholding the Drinking Water Act, reporting both to the Minister and the Dutch parliament. RIVM manages the data and produces the annual report, while testing the quality data according to the standards for the Drinking-Water Act 2001. The regulations on the quality of the drinking water were, also in 2004, well-observed. The number of drinking-water treatment plants (67=31%) with one or more non-compliances increased in 2004 by 6% compared with the year before, turning out the same as for 2002. This amounted to 60 - 90 treatment plants over the 1992-2004 period. A large number of the non-compliances are incidental. Nitrate showed no non-compliances for 2004, while four pesticides showed a single non-compliance. The year 2004 was the first year in which the pesticides Bentazon and Mecoprop were not detected in amounts exceeding the standard for the drinking water at a small treatment plant. Treatment had been enhanced with activated carbon filtration. The concentration of nickel was found to be structurally higher than the standard in drinking water at one treatment plant. This was due to the groundwater quality. The Minister extended the derogation period for the water supply companie to 31 December 2005. The non-compliances for the parameter, three halomethanes, on two sites are due to end at the end of 2005, after UV disinfection has been introduced. Legionella was only detected once in treated water from 206 treatment plants (non-pathogen species); however, Legionella was detected in drinking water at 11 locations in the distribution system in relatively low numbers. These bacteria belong most probably to a non-pathogenic species. The legislation for Legionella prevention came into force at the end of December 2004. In conclusion, none of the non-compliances caused an impact on public health. The quality of the drinking water in general is good.In het jaarrapport 'De drinkwaterkwaliteit in Nederland' worden de resultaten van de meetprogramma's over 2004 van de waterbedrijven op hoofdlijnen weergegeven. De VROM-Inspectie is verantwoordelijk voor de handhaving van de Waterleidingwet en is verplicht de resultaten te rapporteren aan de minister en het parlement. Het RIVM beheert de gegevens en stelt het rapport op. De kwaliteitsgegevens zijn getoetst aan de normen van het Waterleidingbesluit (Wlb) van 2001. Ook in 2004 worden de wettelijke voorschriften met betrekking tot de controle van het drinkwater goed nageleefd. Het aantal drinkwaterpompstations (67 = 31%) waarvoor in 2004 een normoverschrijding is vastgesteld, is ten opzichte van het voorgaande jaar met 6% toegenomen en is gelijk aan dat in 2002. Dit aantal varieerde in de periode 1992-2004 van circa 60 tot 90 pompstations. Een groot deel van de normoverschrijdingen is incidenteel. Normoverschrijdingen voor nitraat deden zich in 2004 niet voor. De norm voor bestrijdingsmiddelen is voor vier middelen (alle eenmaal) overschreden. In het drinkwater van een klein pompstation worden de bestrijdingsmiddelen bentazon en mecoprop in 2004 voor het eerst niet meer boven de norm aangetoond. De zuivering is uitgebreid met een actief koolfilter. In het drinkwater van een pompstation is de concentratie nikkel structureel hoger dan de norm. De oorzaak is de kwaliteit van het grondwater. De minister heeft het betreffende bedrijf een ontheffing verleend tot eind 2005. De normoverschrijding van de parameter trihalomethanen op twee locaties zal vanaf 2006 tot het verleden behoren wanneer de UV-desinfectie in bedrijf is genomen. Legionella is in het afgeleverde water van 206 pompstations gemeten en eenmaal (niet pathogene species) aangetoond. In de monsters genomen in het distributienet werd op elf locaties Legionella aangetoond in relatief lage aantallen. Zeer waarschijnlijk betreft het eveneeens een niet-pathogeen type. De regeling Legionellapreventie is eind december 2004 van kracht geworden. Geen van de normoverschrijdingen gaf aanleiding tot een bedreiging van de volksgezondheid. De kwaliteit van het drinkwater is in het algemeen goed

    Strategies for the measurement of pesticides by the Dutch watercompanies

    No full text
    Er zit veel variatie in de meetfrequentie en het aantal bestrijdingsmiddelen in de meetprogramma's van drinkwaterbedrijven. Het algemene beeld is dat de waterbedrijven voldoende monitoren. In het Waterleidingbesluit is een norm voor bestrijdingsmiddelen geformuleerd, maar er is niet gespecificeerd welke bestrijdingsmiddelen gemeten moeten worden. Om tot een meer geharmoniseerde invulling te komen zijn in dit rapport twee meetprotocollen opgenomen aan de hand waarvan de waterbedrijven hun meetstrategie kunnen beschrijven. De resultaten van het onderzoek geven een beeld van de huidige motieven die drinkwaterbedrijven hanteren voor het opzetten van hun meetprogramma bestrijdingsmiddelen. Aspecten die keuze van het bestrijdingsmiddelenpakket beinvloeden zijn onder meer: kennis over gebruik van middelen in de omgeving, de kwetsbaarheid van de winning, het analyse-aanbod van het waterlaboratorium en meetfrequenties die tussen VEWIN en VROM zijn afgesproken. Aan de hand van deze uitkomsten zijn voor grondwater en oppervlaktewater twee aparte protocollen opgesteld. Hierin zijn de volgende aspecten opgenomen: - beschrijving ruwwater bron; - kwetsbaarheidanalyse van de winning; - inventariseren van relevante middelen; - meetfrequentie; - analysetechniek. De eenduidigheid en inzichtelijkheid in de keuze van middelen, de meetfrequenties en de achterliggende strategieen worden door het volgen van een protocol vergroot. Dit vereenvoudigt tevens de jaarlijkse controle op die meetprogramma's door de VROM-Inspectie.Considerable variation has been found in the measurement frequency and the number of pesticides measured at drinking-water company sites, but the general picture is that Dutch water companies' monitoring is sufficient. The Dutch legislation includes standards for pesticides but no indication of the exact pesticides to be measured. Based on research into achieving more harmony in monitoring pesticides, this report presents two protocols to aid water companies in describing their measurement strategies. The current motives of drinking-water companies for setting up a measurement programme for pesticides are illustrated in the results of the research. The following aspects play a role in the choice of pesticides and measurement strategy: knowledge on the use of resources in the surroundings, vulnerability of the extraction, analyses offered by the water laboratory and frequencies agreed on between VEWIN and VROM. Groundwater and surface water each have a separate protocol, with the following aspects taken into consideration: - description of the raw water source; - vulnerability analysis of the extraction well; - inventory of resources relevant for pesticides; measurement frequency; - analysis technique. The univocality of and insight into the choice of pesticides, measurement frequency and strategies are increased by following a protocol, and also contribute to simplifying the annual inspection of the monitoring programme by the VROM Inspectorate.VROM-Inspecti

    The quality of drinking water in the Netherlands in 2008

    No full text
    Het drinkwater in Nederland was in 2008 van goede kwaliteit. Bij een kwart van de productielocaties is een norm overschreden. In geen geval vormde dat een bedreiging voor de volksgezondheid. Dit blijkt uit het jaarrapport 'De drinkwaterkwaliteit in Nederland in 2008' dat RIVM in opdracht van de VROM-Inspectie heeft opgesteld. In dit rapport worden de resultaten van de meetprogramma's van de drinkwaterbedrijven op hoofdlijnen weergegeven. Zij leefden de wettelijke voorschriften voor de controle op de drinkwaterkwaliteit goed na. De VROM-Inspectie is verantwoordelijk voor de handhaving van de Waterleidingwet, waarin normen zijn opgesteld voor de aanwezigheid van micro-organismen en chemische stoffen in het drinkwater. De Inspectie is verplicht de resultaten te rapporteren aan de minister en het parlement. Het RIVM beheert de gegevens en stelt het rapport op. Het aantal drinkwaterpompstations (50 = 24 procent) waar in 2008 een norm is overschreden, is nagenoeg gelijk aan dat in 2007. Een groot deel van de normoverschrijdingen was eenmalig en betrof stoffen, gerelateerd aan de bedrijfsvoering, die geen betekenis hebben voor de volksgezondheid. Het gaat dan om overschrijdingen van bijvoorbeeld troebeling, ijzer en mangaan. De norm voor bestrijdingsmiddelen is voor een middel incidenteel overschreden. Bij twee drinkwaterpompstations zijn indicatoren voor besmetting met pathogene micro-organismen eenmalig aangetoond. In het distributienet zijn deze indicatoren veel vaker aangetoond. In alle gevallen zijn de bacterien in de herhalingsmonsters niet meer aangetroffen. De aanwezigheid van legionellabacterien wordt getoetst als het drinkwater het pompstation verlaat en in de distributiegebieden. In de monsters in het distributienet zijn op 25 locaties legionellabacterien aangetoond en slechts eenmaal in het drinkwater dat het pompstation verlaat. Het is mogelijk dat tijdens werkzaamheden aan het distributienet het drinkwater met bacterien besmet kan raken. In 54 gevallen is de bewoners van de nabijgelegen woningen geadviseerd het drinkwater voor gebruik te koken.Drinking water in the Netherlands in 2008 was of a good quality. Non-compliance to the standard for good quality drinking water occurred at 25 percent of the treatment plants, none of which represented a threat to public health. These are the main conclusions of the annual report 'The quality of drinking water in the Netherlands in 2008' compiled by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) by order of the Inspectorate of the Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment of the Netherlands (VROM). The most important results of the measurement programmes carried out by water supply companies are reproduced in this report. The report concludes that regulations governing the quality of the drinking water were well-observed. The Inspectorate for VROM is responsible for enforcing the Drinking Water Act, which includes ensuring that the standards set by this Act for the presence of micro-organisms and chemicals are maintained. The Inspectorate is required to report the results of its control activities to both the responsible Minister and the Dutch Parliament. RIVM manages the data and produces the annual report. The number of drinking water treatment plants with one or more non-compliances (50 = 24%), which fluctuates from year to year, was in 2008 at an equal level compared with 2007. A large number of the non-compliances were incidental, involving substances/parameters related to production processes, such as turbidity, iron and manganese. There were no serious implications for public health. There was an incidental non-compliance for only one pesticide. Indicators for pathogens were found incidental at two drinking water treatment plants. In the networks the indicators were found more frequently. Always the indicators were absent after resampling. The presence of Legionella bacteria in drinking water is tested when the water leaves the treatment plant and in the distribution network. Only one non-compliance at the treatment plant was found, while in samples taken randomly throughout distribution Legionella bacteria was detected at 25 sites. Contamination can result from standard maintenance/construction activities on the distribution network. In 54 of such cases the inhabitants of nearby houses were advised to boil their drinking water before using it.VROM-Inspecti
    corecore